Overslaan en naar de inhoud gaan

De vijfjaarlijkse keuring van propaangasinstallaties

De propaangastank en de propaangasleidingen maken deel uit van de propaangasinstallatie. Wanneer een nieuwe installatie gebouwd wordt, wordt de propaangastank conform de wetgeving geplaatst en worden propaangasleidingen en toestellen conform de norm NBN D51-006 (die ook in de wetgeving opgenomen werd) geplaatst. Vooraleer een nieuwe propaangasinstallatie opgestart kan worden, moeten de melding aan de gemeente en het pijpleidingenattest (of de -attesten) er zijn zodat de EDTC (Externe Dienst voor Technische Controle) een indienstname-inspectie kan uitvoeren. Een conform indienstnameverslag is een document dat aantoont dat de propaangasinstallatie van de gebruiker voldoet aan alle wettelijk vooropgestelde veiligheidsvoorschriften.

De volgende wetgevingen zijn van toepassing:

  • KB 21-10-68
  • Vlarem II
  • AGW van 07-07-2005
Image

Als bijkomende veiligheidsmaatregel heeft de wetgever vastgelegd dat de volledige propaangasinstallatie periodiek (5-jaarlijks) door een EDTC op lekdichtheid moet worden getest. Dat houdt in dat zowel de propaangastank en de propaangasleidingen (de gasleiding vanaf de dienstkraan van de gastank tot aan de stopkraan voor het verbruikstoestel, waarvoor de gebruiker verantwoordelijk is) gekeurd moeten worden.

Wij raden aan de beide 5-jaarlijkse keuringen van enerzijds de tank en anderzijds de leidingen gelijktijdig te laten uitvoeren. Er kan dan ook enkel een positief verslag voor de installatie door het EDTC afgeleverd worden indien beide delen van de installatie gecontroleerd en conform worden bevonden. Alleen dan kunnen gasleveringen voor die bewuste propaangastank blijven doorgaan.

Om de lekdichtheidstest te kunnen uitvoeren, moet de propaangasleiding gebruikelijk voorzien zijn van een T-stuk of meetpunt. Via het meetpunt zal de keurder de gasleiding controleren op eventuele lekken. De aanwezigheid van de gebruiker op het moment van de controle is uiteraard vereist.

Tijdens de inspectie, dient de gebruiker het pijpleidingenattest (of de –attesten) voor te leggen aan de keurder. Dat attest of die attesten werd(en) opgemaakt bij de plaatsing van de propaangasleiding door de installateur.

Als alles in orde is, krijgt de exploitant een positief keurverslag voor de propaangastank en de propaangasleidingen. Enkel met dat positief keurverslag en alle wettelijk vereiste documenten en attesten samen kan en mag de propaangastank gevuld worden door de gasleverancier. Die wettelijke verplichting bestaat om de veiligheid van de gebruiker, de gasleverancier en de installateur te kunnen waarborgen.