Een propaangasinstallatie bestaat uit een propaangastank, de propaangasleidingen en de verbruikstoestellen. Die dienen allemaal conform de norm NBN D51-006 (die ook in de wetgeving opgenomen werd) geplaatst te worden.
Vooraleer een nieuwe propaangasinstallatie gebruikt kan worden, moet die gekeurd worden. De melding aan de gemeente en het pijpleidingenattest (of de -attesten) moeten eerst in ons bezit zijn. Alleen dan kan een erkend keuringsorganisme een indienstname-inspectie uitvoeren.
Legde de installateur van de klant enkel de binnenleiding, dan voorziet hij/zij enkel het pijpleidingenattest voor de binnenleiding. Wij voorzien dan het attest voor de buitenleiding. Legde de installateur zowel buiten- als binnenleiding, dan kan hij/zij één pijpleidingenattest voor het volledige leidingwerk voorzien.
De volgende wetgevingen zijn van toepassing:
Elke 5 jaar moet het keuringsorganisme de volledige propaangasinstallatie op lekdichtheid testen.
De keurder zal dan een drukmeting uitvoeren om na te gaan of er lekken zijn. Heel de installatie zal daarvoor tijdelijk onder druk komen te staan.
Het is ook noodzakelijk dat de leidingen voorzien zijn van meetpunten (T-stukken of meetnippels). Anders kan de keuring niet uitgevoerd worden.
Elk lek, defect en elke inbreuk volgens het verslag van het keuringsorganisme moet hersteld worden. Maar op wie moet de klant beroep doen: Antargaz of een installateur?
Is er een lek of ander defect aan de tank zelf, dan moet de klant met ons contact opnemen en zal ons technisch team het nodige doen. Is er een defect na de uitgang van de tank of aan de buitenleiding, dan hangt het ervan af of het gaat om een leiding onder lage druk of middendruk.
Mocht er een lek of ander defect zijn gevonden binnenin de tellerkast of voor de teller, dan zullen wij ervoor zorgen dat dat opgelost wordt. Defecten of gebreken vanaf de uitgang van de tellerkast vallen onder de verantwoordelijkheid van de klant en moet die een installateur inschakelen. Hetzelfde geldt voor de binnenleiding.